-
1 schuldig bevinden
v. return a verdict of guilty, convict -
2 schuldig bevinden
överbevisa -
3 schuldig bevinden
suçlu bulmak -
4 schuldig bevinden (aan een misdaad)
schuldig bevinden (aan een misdaad)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > schuldig bevinden (aan een misdaad)
-
5 bevinden
1 [vaststellen, achten] find♦voorbeelden:schuldig bevinden (aan een misdaad) • find guilty (of a crime)II 〈wederkerend werkwoord; zich bevinden〉1 [in een toestand zijn] be ⇒ find oneself2 [aanwezig zijn] be (situated/located)♦voorbeelden:zich in de mogelijkheid bevinden • be in a position (to)zich te Amsterdam bevinden • be in Amsterdam -
6 okriviti
schuldig bevinden -
7 överbevisa
schuldig bevinden -
8 convaincre
convaincre [kõvẽkr]2 schuldig bevinden, verklaren (aan)♦voorbeelden:1 se convaincre que • zich ervan overtuigen, vergewissen datv(de) -
9 veroordelen
1 [oordeel uitspreken over] condemn ⇒ 〈 juridisch〉 sentence, 〈 schuldig bevinden〉 find guilty, 〈 schuldig bevinden〉 convict♦voorbeelden:veroordelen tot de betaling van de kosten • order (someone) to pay costs -
10 überführen
überführen1————————überführen21 het overtuigend bewijs leveren van ⇒ schuldig bevinden aan, bewijzen2 gaan, leiden over♦voorbeelden:einen Verbrecher überführen • de schuld van een misdadiger bewijzen -
11 guilty
-
12 convict
n. gevangene, gedetineerde--------v. veroordelen; beschuldigenconvict1[ konvikt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————convict21 veroordelen ⇒ schuldig bevinden/verklaren2 doen inzien/bekennen ⇒ overtuigen♦voorbeelden: -
13 find guilty of a crime
find guilty of a crime -
14 jemanden des Diebstahls überführen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > jemanden des Diebstahls überführen
См. также в других словарях:
befinden — sein; existieren; entscheiden; schätzen; einschätzen; ermessen; würdigen; evaluieren; werten; beurteilen; (gut, schlecht) finden ( … Universal-Lexikon
Befinden — Ergehen * * * be|fin|den [bə fɪndn̩], befand, befunden: 1. <+ sich> a) (an einem bestimmten Ort) sein, sich aufhalten: sich in einem Raum, auf der Straße befinden. Syn.: ↑ leben, 1↑ sein, ↑ verweilen (geh.), ↑ weilen (geh.), ↑ … Universal-Lexikon